Overslaan en naar de inhoud gaan
menu
Foto van Gaiko, gemaakt door Willem Mevis

14/02/2025 / Dieter Holvoet

Melancholisch, dromerig en clubgericht: dat is Gaiko, het tweede hoofdstuk in de muzikale carriëre van Kaito Defoort

We spraken met de Brusselse artiest naar aanleiding van zijn debuutalbum.

Een nieuwe maand, een nieuw interview. Deze keer zitten we nog eens samen met opkomend, jong talent: Kaito Defoort. Hij is afkomstig van Brussel en na vorig weekend al zijn nieuwe AV-show gepresenteerd te hebben in de Beursschouwburg in Brussel en de Trix in Antwerpen, brengt hij vandaag zijn bijhorende, zelfgetitelde debuutalbum uit: Gaiko. We laten hem aan het woord over zijn ontdekkingsreis doorheen elektronische muziek en zijn ontwikkeling als artiest. Fotoreportage door Willem Mevis.

Kan je jezelf eens voorstellen?

Oké, oef. Da's altijd moeilijk, hè? Mijn naam is Kaito, also known as Gaiko, formerly known as tsugi. Ik ben 25. Wat kan ik zeggen? Ik doe een beetje van alles. Ik studeer piano aan de academie van Jette, ik kom ook uit een heel muzikale familie. Ik maak deel uit van Gloom Club, een zevenkoppig collectief dat nightlife events organiseert in Brussel. Ik run ook een radioshow op Gimic en op BRUZZ en een residentie bij Kiosk met Gloom Club. Ik geef sinds dit jaar les muziekproductie aan volwassenen bij Syntra, een superinteressante job, en ik geef ook DJ-les aan kinderen. Dat zijn zo wat de dingen waar ik mij momenteel mee bezig hou.

Foto van Gaiko, gemaakt door Willem Mevis
© Willem Mevis

Hoe ben je in die wereld van elektronische muziek terechtgekomen?

Goh, ik denk gewoon van thuis uit. Mijn ma is een grote melomaan en mijn pa is jazzmuzikant. Van kleins af aan speelde mijn pa al platen van Keith Jarrett en Thelonious Monk terwijl we aan het spelen waren. Mijn ma was gigantische fan van Björk en dat is er bij mij ook in gedrild. Maar ook meer soulful, R&B-muziek als Erykah Badu en Ne-Yo.

Van het eerste tot het derde middelbaar luisterde ik zelf graag naar jazz en old school hiphop. Artiesten als Nas en Joey Badass vond ik echt de shit. Umi, mijn grote broer, is ook een DJ en hiphopproducer. Via hem leerde ik future trap en future bass kennen, dat waren de jaren van artiesten als Hudson Mohawke, TNGHT en Rusty en voor mij was dat een eerste introductie tot het uitgaansleven. 

Het was ook rond die periode dat ik besefte dat ik echt graag muziek wou beginnen maken. Ik ben daar samen met Manu (o'simmie) mee begonnen, een heel goede vriend van mij en oprichter van Gloom Club. We waren twee gamins die op een dag besloten om Ableton te kraken en gewoon shit te proberen. Dat is crazy, ik denk nog altijd terug aan die dag. Ik ben er zo dankbaar voor dat we dat toen hebben gedaan, want we zijn daaruit gegroeid. In het begin maakten we echt teringslechte beats, maar ik had wel meteen die drive. Elke dag na school eerst producen, dan mijn huiswerk maken en dan nog verder doen tot ik in de pit viel. 

In 2015 begon ik ook veel tijd te spenderen in Jeugdhuis Dar, dat is voor mij een heel belangrijke plek geweest. Dat was een jeugdhuis in centrum Brussel. Ze noemden dat een jeugdhuis, maar dat was eigenlijk veel meer: ze organiseerden al events in de Ancienne Belgique, in de Recyclart, dus dat was echt wel big. Daar heb ik samen met Isaak, ook een member van Gloom Club, grime ontdekt. En via grime dan garage, two step, speed garage en zo in de clubmuziek, maar ook de meer introverte, Burial-achtige luistermuziek terechtgekomen. Dat is zo wat de tijdlijn. 

Foto van Gaiko, gemaakt door Willem Mevis
© Willem Mevis
Foto van Gaiko, gemaakt door Willem Mevis
© Willem Mevis

tsugi

Rond welke periode ben je met tsugi gestart?

Manu en ik hebben vijf, zes verschillende namen gehad doorheen ons traject. Tsugi was ontstaan tijdens 2018/2019, toen we afstudeerden aan het middelbaar en moesten beslissen wat we wilden doen met ons leven. Ik herinner mij nog heel goed dat ik, ondanks ik die achtergrond heb in kunst en het feit dat ik veel mensen ken die in kunst zitten, toch zat met de vraag: is dit een hobby of wil ik hier echt mijn levenswerk van maken? Toen heb ik beslist van oké, ik wil gewoon één EP droppen en dan ben ik tevreden. Daarna zou ik iets in sociologie of filosofie gaan studeren. Ik heb dan over de periode van een paar jaar 'Dream State' gemaakt en wat gigs gespeeld onder de naam tsugi, maar dan wou ik meer. Het had me gebeten.

Toen heb je ook die Elektropedia-award gewonnen?

Dat ook, ja. Dat was voor de EP en mijn samenwerking met MEYY, een zangeres die toen ook had gewonnen. 'Silver Tears', een nummer op de EP met Martha Da'ro, had toen in de underground wel wat clicks gegenereerd, dat heeft denk ik wel geholpen.

Dat is wel een grappige prijs om te winnen, 'most promising artist'. Dat is heel zwaar. Ik was toen ook nog maar net aan het beslissen of ik muziek wou blijven maken, dus dat is wel een zelfvertrouwenbooster geweest, maar tegelijk legde dat ook wel een druk. Ik was toen net gesigned bij het booking en management agency Culte. Dat was de eerste keer dat ik management had, iemand die mij zei van 'ik heb dit nodig, graag tegen deze tijd'. Zo werd het meer een job. Dat was de eerste keer dat ik het gevoel had van oké, shit is getting serious.

Op welk moment heb je beslist om tsugi achterwege te laten?

Toen ik zeventien, achttien was heb ik echt wel goede tijden gekend. Feestjes van Perron Zes, Slagwerk, H34RTBROKEN. Iedereen kende elkaar. Centrum Brussel, allemaal kunstig, spreken allemaal Nederlands. Ik wilde beginnen met meer introspectieve clubmuziek te maken.

Toen kwam Gaiko. Gaiko was eigenlijk eerst de naam van mijn radioshow op Bruzz, omdat ik daar meer clubgerichte muziek wou draaien, en dat is uiteindelijk gewoon mijn naam geworden. Toen is het concept voor het album ook begonnen. Ik ben daar dan drie, vier jaar aan bezig geweest en daarna is het naar Nous'klaer gegaan, het label. Nu, vijf jaar later, is het eindelijk tijd voor de release.

Foto van Gaiko, gemaakt door Willem Mevis
© Willem Mevis

Gaiko

Is er een soort van rode lijn door het album? Of is het gewoon een beetje een collectie van nummers dat je over de jaren gemaakt hebt?

Ik denk dat de rode lijn meer het gevoel is. Mijn muziek gaat altijd melancholisch en dromerig zijn, dat is denk ik gewoon mijn sound. 'Dreamstate' was meer hip-hop, trap, maar ook IDM - ook al wist ik toen nog niet wat dat was. 'Gaiko' is een verderzetting van die dromerige sound, maar dan met een focus op mijn ervaringen in clubmuziek.

Wat is je favoriete nummer?

Dat verandert, maar ik denk dat 'Martyr' mij het meest blijft raken. Voor jullie is het album natuurlijk nieuw, maar ik luister er ondertussen al drie jaar naar. Ik vind het een goed teken dat ik er nog steeds naar kan luisteren, want met 'Dreamstate' kan ik dat niet. Ik denk dat dat ook komt door de insteek van de clubmuziek.

De tweede plaats gaat voor mij naar 'Cocoon', omdat dat een vrij teder nummer is waar ik ook piano op speel.

'Martyr' heeft ook een coole videoclip. Wat is het verhaal daarachter? Hoe is dat tot stand gekomen?

Hoe zijn we daar opgekomen? Goh, dat was een samenwerking met Fernando Vandekeybus. Da's een goeie vriend van mij, ik was al langer fan van zijn werk. Ik kwam met een concept, maar aangezien het de eerste keer was dat ik een videoclip schoot, had ik heel veel ideeën. Ik had zelfs al een script geschreven. Fernando vond het nice, maar merkte op dat wat ik wou proberen te vertellen meer een kortfilm was. Ik heb geleerd dat het bij videoclips heel moeilijk is om iets verhalend te kunnen overbrengen. Dat is echt wel een challenge voor regisseurs.

Omdat er niks gezegd wordt?

Ja, of je kan er voor kiezen om toch iets van dialoog te hebben, maar met elektronische muziek vind ik dat vaak te cheesy. Hij kwam dan met het idee dat hij al lang met een SnorriCam wou filmen. Een soort van bodycam die vasthangt aan een persoon, gericht op die persoon, waardoor je dus het perspectief krijgt dat je die persoon altijd volgt. We zijn dan naar referenties beginnen kijken. Requiem for a Dream, films van Wong Kar-Wai, allemaal films met dezelfde filmtechnieken. Ik was meteen grote fan.

Is er een bepaald instrument dat je veel gebruikt hebt bij het album?

Vooral een MIDI keyboard. Ik heb heel veel gebruik gemaakt van emulaties van de Prophet 5, die ik jammer genoeg niet fysiek thuis heb liggen. Heel veel resampling, audio cutting. De breaks bijvoorbeeld, dat zijn eigenlijk drum loops die gehaald zijn van discoplaten. Ik chop die, zet er effecten op, reversen, freezen. Dit alles live opnemen, zodat er wat beweging is in die breaks. Die opname tweaken, nog een keer opnemen, soms vier, vijf keer totdat het gewoon iets totaal anders is. Voor mijn livesets maak ik veel field recordings en ook voor mijn volgende plaat ben ik bezig met meer samples en akoestische instrumenten op te nemen.

Volgende plaat?

Ja, de eerste stappen. Het wordt cool, het wordt opnieuw iets anders. Ik kan al zeggen dat terwijl 'Gaiko' voor mij vrij euforisch en op sommige vlakken kinds aanvoelt, het volgend album veel donkerder is. 'Martyr' zou er meer bij passen. Soms muziek zonder drums, meer ambient, met thema's als de dood en zo. Heel donker.

Foto van Gaiko, gemaakt door Willem Mevis
© Willem Mevis

Dan, even over de liveshow. Er zijn er al twee gepasseerd: de releaseshow in de Beursschouwburg, en dan eentje tijdens We Are Open in Trix. Wat kan je over de show vertellen?

Het is een superpersoonlijke show. Het begint met field recordings, intieme gesprekken tussen mezelf en mijn oma. Ik ben twee jaar geleden naar Tokio gegaan voor een maand, want ik ben half Japans. Mijn oma heeft me een maand gehost in haar klein appartementje, we deelden zelfs een bed. Ik had haar al dertien jaar niet meer gezien, dus dat was echt een beetje een herontmoeting van die kant van mezelf.

Doorheen de show hoor je die conversaties, heel ludieke conversaties. Dan begin ik te improviseren. We zien een licht verschijnen op het podium en een maquette van haar huis, gebouwd door Alexander Wolfgang, een andere regisseur waarmee ik werk voor deze show. Alex filmt live met een camera in dat huis, wat dan geprojecteerd wordt op een scherm op het podium. De show gaat over nostalgie en kindertijd en is een wisselwerking van field recordings, van de maquette, maar ook van projecties van Larpie, een visual designer. Het draait rond mijn album, maar is tegelijk ook een voorstelling. Het visuele is even belangrijk als de muziek, dat is iets wat ik zelf ook heel erg apprecieer als ik naar concerten ga. Dat het niet gewoon een AV-show is met wat visuals, maar dat het echt een samenwerking is.

Foto van Gaiko, gemaakt door Willem Mevis
© Willem Mevis

Om af te ronden: wie zijn je favoriete producers van het moment, waar je zelf graag naar luistert of inspiratie bij haalt?

Over het algemeen artiesten die een heel eigen stijl hebben. Ik heb een zwak voor mensen die met hun stem, hun timbre een eigen wereld kunnen creëren. Er is niks zo uniek. Mensen zoals Oklou of Loraine James, vocalists die zelf ook producen. Als je jong bent, je hebt een stem en je bent geïnteresseerd in elektronische muziek, begin dan vandaag met producen, want je kunt echt iets creëren wat super uniek is. Maar het moet natuurlijk niet altijd met stemmen zijn. Je hebt ook artiesten als Skee Mask en Djrum, daar ben ik ook een grote fan van.

Kopfoto: © Willem Mevis