Vijftien jaar: veel concepten zijn er niet, die zo lang een succes blijven. Het Belgische dagfeestconcept Thé Dansant viert dit jaar hun verjaardag en om die reden gingen we eens een praatje doen met Kjell Materman, één van de twee broers achter het concept. Ik sprak hem in de abdij van Villers la Ville, de dag voor hun evenement, met de opbouw nog volop aan de gang. Klaar voor een duik in het verleden?
Hey Kjell! Met welk idee en met welke doelen zijn jullie destijds gestart met Thé Dansant?
Voor we Thé Dansant opstartten draaiden mijn broer en ik al enkele jaren in clubs. We organiseerden samen met Didier Dos Santos feesten onder de naam KetaLoco en ik was toen ook goed bevriend met de mensen van Feestgedruis. Dat was een berucht concept die zich altijd verkleedden als piraten, de organisator daarvan zit nu al een paar jaar in Tulum. We begonnen het nachtleven echter een beetje beu te worden: heel de nacht wakker zijn, overdag slapen en maandag en dinsdag is je hele ritme overhoop. Zij waren al verschillende keren naar Berlijn geweest, ik had ook een jaar Erasmus in Berlijn gedaan, waar ik regelmatig overdag ging feesten in onder andere Club der Visionaere. Mijn broer was toen toevallig ook een hele zomer in Ibiza, waar dat natuurlijk ook al een ding was, overdag feesten. Samen hadden we dan het idee om dat in België ook te doen.
Je had toen wel al festivals als House Torhout en Tomorrowland die elektronische muziek speelden, maar daarbuiten bestonden er eigenlijk nog nauwelijks dagfeesten. In 2010 zijn we heel klein met Thé Dansant begonnen in The Waterfront in Gent. Dat was op een terras aan het water, een club met bootjes, ik denk dat er maximum 250 man paste. Op de lineup stond onder andere Daniel Dreier, een echte Berliner die het soort Duitse minimalmuziek speelde dat toen vrij populair was. En zo geschiedde.